Wijzigingswet Wet op de studiefinanciering (onderbrengen van de reisvoorziening in de prestatiebeurs)
Wet van 1 juli 1999, houdende wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met het onder de prestatiebeurs brengen van de reisvoorziening
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de reisvoorziening voor studerenden in het hoger onderwijs onder de werking van de prestatiebeurs te brengen; dat daartoe de Wet op de studiefinanciering dient te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet op de studiefinanciering.]
Artikel II
1
Artikel I, onderdelen A en E, geldt niet voor de studerenden die vóór 1 september 1999 voor het volgen van hoger onderwijs studiefinanciering ontvingen op grond van de Wet op de studiefinanciering.
2
Met betrekking tot het studiejaar 1999-2000 wordt in afwijking van artikel 31c, eerste lid, van de Wet op de studiefinanciering, de reisvoorziening niet verstrekt in de vorm van een voorwaardelijke rentedragende lening.
Artikel III
1
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september 1999.
2
In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdelen C, F en G, in werking met ingang van 1 september 2000.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 1 juli 1999
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, L. M. L. H. A. Hermans
Uitgegeven de vijftiende juli 1999
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals